Op 19 september vertel ik een verhaal met als titel: “Bomen tot in de hemel”. Ik weet nog niet welk verhaal dat wordt. Ik wil tot die tijd af en toe wat te schrijven over hoe de vlag erbij hangt. Een kijkje in de keuken van mijn Verhalenwerk.
De titel is het thema dat in onze kerk de komende twee jaar centraal staat. Het is ook het thema van de startzondag wanneer ik het verhaal ga vertellen. Bomen tot in de hemel. Een prachtig beeld, met meteen tal van associaties. Natuurlijk de vele bijbelse associaties met bomen: de bomen in het paradijs, in het bijzonder de boom van de kennis van goed en kwaad; de metaforische boom uit psalm 1; de boom uit de droom van Nebukadnezar. Minder letterlijk, maar ook de toren van Babel en het kruis waaraan Jezus werd vermoord dringen zich associërenderwijs op. En buiten de bijbel zijn er natuurlijk de sprookjes waarin bomen een belangrijke rol hebben en waar van alles tot in de hemel groeit: Vrouw Holle, Jaap en de bonestaak. En ga maar door.
Mijn interesse gaat in eerste instantie uit naar het verhaal uit Daniël 4. Wat me aanspreekt? Het element van de hoogmoed die voor de val komt. De slechterik die tot inkeer komt. Het mooie beeld van die boom tot in de hemel en het brute afzagen en beknotten ervan. Maar ook het feit dat de boom niet met wortel en tak wordt uitgeroeid. Genoeg ingrediënten voor een krachtig verhaal.
De volgende vraag is dan: ga ik het bijbelverhaal vertellen of gebruik ik het als basis om een eigen verhaal te maken? Gister sprak ik mijn collega Daan. Daan, van: Daniël… Opeens – waar komen dat soort flitsen vandaan – dacht ik: ik ga een verhaal maken dat is gebaseerd op mijn advieswerk. Niet over een koning, maar over een manager of een directeur. En Daniël wordt de zoveelste adviseur die hij over de vloer krijgt.
Leuk begin. De uitdaging wordt nu om het niet een te platte, 1-op-1-vertaling van het bijbelverhaal te maken.
(Wordt vervolgd…)