Dit verhaal hoorde ik jaren geleden van Reinoud, destijds een van mijn collega’s. Ik gebruikte het jarenlang in technische trainingen om een bepaalde manier van programmeren te illustreren. Ondertussen heb ik het ook daarbuiten vaak verteld. Een verhaal over het lastige van dingen op een andere manier doen.
Een sovjet-econoom in Rotterdam
In de tijd dat de Muur nog niet gevallen was; toen Rusland nog in de Sovjet-Unie lag; in de tijd van de centraalgeleide planeconomie, toen in het Kremlin vijfjarenplannen werden gemaakt die in detail voor de komende jaren vastlegden wie wat wanneer en waar in welke hoeveelheid mocht kopen; … in die tijd was er een economencongres in Rotterdam.
Een sovjet-econoom was uitgenodigd en met zijn Rotterdamse gastheer reden ze op een ochtend naar de Erasmusuniversiteit. Onderweg moesten ze even tanken en toen ze daarna weer op de snelweg reden, keek de Rus zijn Nederlandse collega verbaasd aan:
– Dat is óók toevallig!
De Nederlander vroeg wát toevallig was, waarop de Rus antwoordde:
– Nét op het moment dat jij benzine nodig hebt, rijden we hier bij de pomp waar jij vandaag zoveel liter mag tanken!
De Nederlander keek niet-begrijpend naar zijn collega. Deze snapte opeens hoe het zat:
– Ah, natuurlijk. Omdat jij professor bent heb jij bepaalde privileges…
Weer keek de Nederlander vragend naar de Rus.
– Wacht, dan is het vanwege het congres?
De Nederlander gaf aan dat het zo niet werkte, hier. En langzaam begon het tot de Rus door te dringen:
– Dus jij wilt beweren, dat élke auto, op élk moment, bij élke pomp zomaar zijn tank vol mag gooien?!
De Nederlander knikte. Ja, zo zat het ongeveer in elkaar. Waarop de Rus z’n hoofd schudde:
– Maar dat kán toch niet werken?! Hoe weet de pomp hoeveel benzine op voorraad moet zijn? En wanneer moeten ze bijbestellen? Hoe kan een raffinaderij of een opslag zijn voorraden op peil houden? En, en… hoeveel olie moet een boorplatform omhoogpompen…
De Nederlander dacht even na en antwoordde:
– Ik weet ook niet hoe ze dat doen. Maar het werkt goed!