Toen ik schreef over metaforen en programmeren deed ik mijn best om IT-jargon uit het stukje te houden. Al tikkende realiseerde ik me dat voor programmeren veel verschillende woorden worden gebruikt en dat elk van die woorden een andere metafoor voor het werk is. Met mijn IT-achtergrond moet ik soms even goed nadenken wat ook alweer de achtergrond, of gangbare betekenis van het woord is. Interessant om dan te kijken wat die metafoor wil zeggen over het vak.
- Coderen maakt iets wat begrijpelijk is onbegrijpelijk, in elk geval voor buitenstaanders.
- Bouwen is het, al dan niet volgens plan, realiseren van iets uit onderdelen.
- Ontwikkelen is veel organischer en heeft te maken met groei.
- Programmeren wordt in het dagelijks taalgebruik niet zo gebruikt. In het gebied van de theaters en concertzalen werken ook programmeurs. Die stellen met gevoel voor smaak, samenhang en afwisseling, commercie en kwaliteit een gebalanceerd programma samen voor een uitvoering, of voor een heel seizoen.
Hoe ziet een IT-er zichzelf? Als iemand die niet begrepen kan worden; iemand die mechanisch construeert of juist dichtbij de natuur staat; of iemand die met kunst bezig is? Luister maar welke woorden hij gebruikt.