OV in de 19e eeuw (2)

Eerder schreef ik over dit project, het maken van een verhaal over OV in de 19e eeuw.

Ondertussen ben ik druk doende om het verhaal te bewerken zodanig dat het zo dicht mogelijk bij het origineel blijft, goed te vertellen is en binnen 15 minuten blijft. Dat laatste vraagt het nodige schrapwerk. Maar het eind, de lofzang op de spoorwegen, daar kom ik niet aan. Dit ga ik aan het eind van de tirade tegen trekschuit, diligence en stoomboot letterlijk declameren:

Spoorwegen! Heerlijke spoorwegen! Op u zal niet worden gebabbeld; want er is geen tijd voor. Op u zal niet geslapen worden; want er is geen rust. Op u zal niet gerookt worden; want de adem wordt je er afgesneden!
Zo daar op u ook onaangenaamheden zijn, zij zullen de tijd niet hebben ons te bereiken, wij, geen gelegenheid om ze gewaar te worden!
Maar komt! Komt, heerlijke spoorwegen! Daalt als een tralienet neder op onze provinciën!
Vernietigers aller grote afstanden! Versmaadt de kleine afstanden van ons koninkrijkje niet!
Ja, laten de zangen onzer dichters het weldra in verrukte tonen uitgalmen:

De spoorweg kwam, de spoorweg kwam!

Laten de zakdoekjes onzer schonen u toegewuifd worden, de ere- en gedenkpenningen onzer Munt u tegemoet rollen.
Dan eerst als de Nederlandse natie, langs uw gladde banen, dagelijks door elkander geschoten wordt als een partij spoelen op een weefgetouw, zal welvaart, bloei en spoed in ons dierbaar vaderland heersen.


in

, , ,