In Apeldoorn rijdt volgend weekend, tijdens de Open Monumentendagen, een paardentram. Bij het vertrekpunt, museum CODA, vertel ik een verhaal. Het thema van de dagen is: de smaak van de 19e eeuw. Al een tijdje loop ik te broeden wat daar te vertellen. Gister flitste opeens Camera Obscura van Hildebrand door m’n hoofd.
Ik herinnerde me een stuk over de trekschuit. Toen ik ging bladeren vond ik het hoofdstuk: Varen en Rijden. Een complete beschrijving van de ergernissen van het openbaar vervoer in de negentiende eeuw. Over de stompzinnige gesprekjes in de trekschuit, over het te hard praten en het onbeschofte roken in de diligence, over de verveling en de stank op een stoomboot. Met als tussendoortje een tirade over de onzin van reizen voor je plezier, en als afsluiting een lofzang op de spoorwegen die op het punt staan aangelegd te worden (als maar niet de besluitvorming zo verschrikkelijk traag verliep).
Wat lijkt het mij, als OV-man in hart en nieren, leuk om daar iets mee te doen!