De alwetende verteller
Vanuit welk perspectief vertel je een verhaal?
Er zijn tal van mogelijkheden. Bijvoorbeeld dat van de verteller die buiten het verhaal staat. Een verteller die vertelt over de personages in het verhaal. Een verhaal in verteller-perspectief gaat dus over “hij” en “zij”. Een verhaal in de derde persoon.
Dit perspectief biedt de mogelijkheid om gedurende het verhaal in de schoenen te stappen, of door de ogen te kijken van de verschillende personages. De verteller is dan een alwetende verteller, dus een verteller die de gedachten, gevoelens en drijfveren van alle personages kent en weet heeft van gebeurtenissen waar dan ook.
Als ik het verteller-perspectief gebruik en het over “ik” heb, gaat het over mij, Arjen Uittenbogaard (of over de rol die Arjen Uittenbogaard als verteller speelt). “Ik” kan in gesprek gaan met het publiek óver wat er gebeurt ín het verhaal.
Het valt me op dat vertellers soms menen dat het verteller-perspectief een verhaal minder persoonlijk maakt. Doordat de verteller alleen maar óver de personages praat, zouden die niet tot leven komen. En ‘de verteller’ zou de personages ook ‘neutraal’ ten tonele moeten voeren. Ik ben het daar niet mee eens. Door het verhaal als verteller te vertellen, kun je juist álle personages tot leven laten komen. Als verteller kun je elke keer als het over iemand gaat, die persoon tot leven laten komen met zijn eigen stemgeluid, houding en bewegingen. De ‘neutrale’ verteller legt dan de verbindingen en beschrijft.
[…] Het maken van een verhaal in de ik-vorm vraagt zorgvuldigheid. “Ik” kan geen dingen vertellen die “ik” niet kan weten, bijvoorbeeld omdat ik er niet bij was of omdat het over drijfveren van anderen gaat. Als deze zaken toch een plek moeten krijgen in het verhaal, moet dat zijn “van horen zeggen”. Als het gaat over een verhaal dat speelt in het verleden, kan de “ik” ook vertellen over de dingen die hij destijds nog niet wist. “Maar nu weet ik wel beter…” De ik krijgt zo trekjes van de alwetende verteller. […]