Opstellingen

Bij het maken van verhalen luister ik vaak letterlijk. Welke beeldspraak wordt gebruikt en is die bruikbaar als inspiratie voor het verhaal? Ik ben visueel ingesteld, dus ik zie al snel een beeld voor me. Ik heb ’t wel eens nóg concreter gemaakt, geïnspireerd door het idee van familieopstellingen.

In een workshop waarin ruimte was voor experimenteren heb ik eens een vrijwilliger laten vertellen over een lastige werksituatie. Samen zochten we naar een specifiek moment dat kenmerkend was voor de situatie. Een moment waar alle betrokkenen bijeen waren. De vrijwilliger zette vervolgens andere deelnemers aan de workshop in een opstelling die leek op hoe het er op dat moment uitzag. Al doende vertelde hij iets over de personen, hun belang en onderlinge relaties. Tijdens de uitleg lette ik scherp op het gebruik van spreekwoorden. Toen de opstelling stond herhaalde ik de gebruikte zegswijzen en paste de opstelling daarop aan. Als iemand de hand boven het hoofd werd gehouden door een ander, ging die ander ook letterlijk met zijn hand boven dat hoofd staan. Als iemand aan de poten van iemands stoel zaagde, vroeg ik hem dat ook uit te beelden. Twee handen op een buik, iemand die wel door de vloer wilde zakken, niet door één deur kunnen, ga maar door: allemaal kwamen ze in het plaatje.
Het resultaat was vanzelfsprekend een nogal absurdistisch tableau vivant.

Wat moet je daar dan verder mee? Deze exercitie voerde ik uit in het kader van een workshop waarin het experiment voorop stond. Dus in die workshop was dit een op zich staande oefening. Ik kan me echter voorstellen dat het beeld dat onstaat wel degelijk gebruikt kan worden in de context van verhalen maken. Hoe voelt elk personage zich in de misschien wel heel ongemakkelijke houding waarin hij is gezet? Welk gevoel of welke associaties krijgen de toeschouwers bij het beeld? Als dit niet de werksituatie van de vrijwilliger was, wat zou het dan voor situatie kunnen zijn? Als dit beeld de huidige situatie is, hoe zou de gewenste situatie eruit moeten zien? Kunnen de personages een scène spelen die hen van het ene naar de andere tableau voert?

Stof genoeg voor misschien wel een heleboel verhalen.