Pelleas en Melisande

Zoals ik eerder schreef vertel ik op tweede kerstdag het verhaal bij de suite Pelleas en Melisande van Sibelius. Een suite bij een toneelstuk uit 1893. Nu ben ik druk bezig om dat om te vormen tot een verhaal dat ik bij de muziek kan vertellen.

Toen ik het stuk las, was mijn eerste reactie: “Wat een draak van een verhaal!” Het staat bol van de symboliek: als Golaud begint te vermoeden dat zijn vrouw hem bedriegt ziet hij een wolf lopen; Melisande ziet het schip dat haar bij het kasteel bracht een stormachtige nacht in varen; een herder stuurt zijn schapen de verkeerde kant op.
Naast deze vaak wat vergezochte symboliek, worden ook de emoties van de hoofdpersonen erg expliciet uitgesponnen. Twijfel, verdriet en verliefdheid gaan gepaard met veel uitroeptekens en doorlooppuntjes (“O! … O! …”).

Wat moet ik aan met dit soort in-your-face symboliek en emoties? Mijn eerste impuls was om het over-the-top (excusez my French) door te voeren en er satire van te maken. Maar bij nader inzien doe ik dat toch maar niet. Dergelijke satire werkt alleen als het publiek ook beseft dat het om satire gaat en hoe erg het origineel was. Ik wil het verhaal echter zo zelfstandig mogelijk vertellen. Ik zal dichter bij het oorspronkelijke verhaal blijven en het niet gaan ridiculiseren (op misschien een knipoog hier en daar na).