Mijn collega Rob nodigde mij eens uit om een middag over Storytelling te verzorgen in een module over verandermanagement voor de Baak. Ik maakte ik een Powerpoint-presentatie en daarna zouden de deelnemers zelf met verhalen aan de slag gaan.
De inleiding van mijn trainingen en presentaties doe ik meestal free format, zonder dat de beamer al aanstaat. Dit keer vertelde ik wat over de kracht van verhalen: herkenbare personages in herkenbare situaties, naast feiten ook ruimte voor emoties en dilemma’s. En ik fulmineerde lekker tegen Powerpoint-presentaties vol platte bulletlijstjes, of juist dia’s met veel te veel tekst en de saaie presentaties waartoe dit maar al te vaak aanleiding geeft.
Op dat punt aangekomen moest ik maar eens naar het officiële deel van mijn verhaal: doel, agenda en de theorie. Ik stond wat te hannesen om de beamer aan te krijgen, toen iemand zei: “Zullen we die beamer niet gewoon helemaal uitlaten?” Ik ben altijd een voorstander van improviseren en situationeel handelen, maar dit was wel een heel drastische afwijking van hoe ik het in mijn hoofd had. Na een korte aarzeling moest ik haar natuurlijk gelijk geven. Na zo’n introductie doorgaan met mijn inderdaad wat saaie Powerpoint-presentatie zou niet geloofwaardig zijn. Het was even slikken, maar ik had de presentatie goed voorbereid. Je geeft niet elke dag les voor de Baak, per slot van rekening. Dus ging het gewoon goed en kwam alles aan bod: de kracht van verhalen, mogelijkheden om ze in organisaties in te zetten, kenmerken van verhalen, hulpmiddelen om ze te maken.
Toen ik de mensen aan het werk had gezet was ik best tevreden. Mooi hoe ik soepel een andere route naar het leerdoel had gekozen.
Maar de belangrijkste les in de categorie practice what you preach kwam toen Rob naar me toekwam, me aankeek en vroeg: “Waarom heb je geen verhaal verteld?”
Die hakte erin: een uur lang gesproken óver verhalen, maar zelf niet één verhaal vertéld…