Een draak inzetten – hoe loopt het af?

Een sprookje zoals Een draak kun je gebruiken om via de metafoor een gesprek te voeren over ‘hoe het bij ons gaat’, zoals ik eerder beschreef. Dan gebruik je het verhaal in een andere context dan waarin het is ontstaan. Je maakt er dan gebruik van dat wat op de ene plek gebeurt, veel overeenkomsten vertoont met wat er op andere plekken gebeurt.

Ik had het sprookje ook kunnen inzetten in de situatie waarin het ontstond. Bijvoorbeeld toen we voor de tweede keer met de werkgroep bijeen kwamen. Een maand na de onmogelijke opdracht van de directie was iedereen aan het aanmodderen, zonder ook maar een idee te hebben wat nu eigenlijk de bedoeling was. Stel dat ik de mensen wilde laten kijken naar hun eigen gedrag en ze wilde laten nadenken over wat hen nu het beste leek in deze situatie. In dat geval had ik het sprookje kunnen vertellen, maar met een open eind.
Ik zou het kunnen laten stoppen op het moment dat de volksvergadering een besluit moest nemen. In het sprookje is dat de pendant van de situatie waarin de werkgroep zich bevond.

Een verhaal met een open eind nodigt luisteraars uit zich in het verhaal te verplaatsen en zich af te vragen: wat zou ik doen? Na het open einde zou ik de vraag kunnen stellen: “Hoe loopt het af?”
Deze vraag nodigt uit tot een reflectie op ‘onze situatie’: “Hoe zouden we het willen laten aflopen?” “Gaan we de draak te lijf, of blijven we offers brengen?” “Is er nog een alternatief?”