De presentatie op het architectuurcongres

Zoals ik al meldde, mag ik morgen op het Landelijk Architectuurcongres een half uur praten over de waarde van verhalen voor IT architecten. Dit wordt de lijn van mijn presentatie.

Ik begin met het verhaal Het kasteel is te klein.
Is dit een herkenbaar verhaal? Ik weet zeker dat het herkenbaar is. Zowel voor architecten als voor opdrachtgevers. Het verhaal bevat geen technische IT-details, maar allerlei bekende problemen en dilemma’s hebben een plek. Het open eind van het verhaal is een uitnodiging tot gesprek.
Ik kan me voorstellen dat mensen in het publiek zich afvragen of met een dergelijk sprookje alle argumenten wel de aandacht krijgen die ze verdienen. Natuurlijk is de metafoor maar een deel van het verhaal; natuurlijk wordt van de architect verwacht dat hij ook met inhoudelijke oplossingen, suggesties of afwegingen komt. Maar het is de vraag of alle argumenten sec, zonder inleiding of bedding wèl voldoende aandacht krijgen. Komt de boodschap met technische presentaties, met ingewikkelde Powerpoint-dia’s wèl over?
Dan vertel ik hoe Shell, begin jaren ’70, de kracht van verhalen ontdekte. Verhalen die geuren en kleuren bevatten; verhalen die een 3-D belevenis geven blijven hangen.
Een verhaal kan ook gebruikt worden om zaken aan te kaarten die rechtstreeks wellicht lastig te adresseren zijn. Verhalen bieden de mogelijkheid om humor te gebruiken en dat is altijd sterker dan alleen maar te mopperen. Als metafoor voor wat er mis gaat in bureaucratische hiërarchieën lees ik dan een stukje voor uit Haas van Paul Biegel.
Ik sluit af met een aantal vragen waar het gehoor mogelijk mee zit.
“Werkt het?” Dat biedt me de gelegenheid om wat name dropping te doen en te verwijzen naar het werk van Gareth Morgan over het werken met metaforen in organisatiecontext en van Dave Snowden over verhalen als instrument voor zingeving, leren in complexe organisaties.
“Kan ik het?” Iedereen kan verhalen maken en vertellen. Het hoeven niet sprookjes of dierenverhalen te zijn. Vaak werken anekdotes over successen of, nog liever, over mislukkingen erg goed. En je hoeft de verhalen ook niet in je eentje te maken. Door samen op zoek te gaan naar metaforen die aanslaan, werk je ook meteen aan een gedeelde visie.
Maar de belangrijkste vraag is misschien wel: “Durf ik het?” Durf ik mijn vaste patronen te doorbreken en mijn zogenaamde zekerheden los te laten? Dat is namelijk erg eng. Daarom eindig ik mijn presentatie met het verhaal van de Sovjet-econoom in Rotterdam.


Tags: