Een groots project

Vorig jaar begon ik erover na te denken wat ik zou willen vertellen bij Haydns Die Sieben Letzten Worte Unseres Erlösers Am Kreuze? Misschien iets in de hoek van de passiespelen? Dit jaar was ik niet op tijd voor Pasen, maar nu heb ik dus bijna een jaar voor de volgende gelegenheid. Een grootse uitdaging. Vandeweek pakte ik de draad weer eens op met een gesprek met Ad, een van onze predikanten.

We hadden het over een aantal cruciale (sic) vragen waarop ik antwoord moet zien te vinden. Waarover gaat het voor mij in het lijdensverhaal uit de bijbel? Gaat het om

het lijden, of hoort het uitzicht op de opstanding er ook bij? Gaat het om de zonden van ons mensen die hem aan het kruis brengen, of gaat het erom dat Jezus die zonden meeneemt de dood in en ze daar achterlaat? Gaat het over Jezus of gaat het over jou en mij?

En ook spraken we over de vorm. Wordt het één verhaal, of worden het er meerdere? Of misschien één verhaal vanuit verschillende perspectieven? Hier moest ik denken aan De Opwekking van Lazarus van Dario Fo. Wordt het een verhaal over gewone mensen, of wordt het een verhaal met dezelfde mythische proporties als het bijbelverhaal? Als het over gewone mensen gaat, wat is dan het lijden en wat de hoop, de verlossing? Hoe voorkom je dat het een ‘halleluja-verhaal’ wordt – zo’n verhaal waarvan je ten eerste het verloop al mijlenver aan ziet komen en waarvan de clou net wat te gemakkelijk is? Wordt het een ‘vierde-wand-verhaal’ dat ik vertel aan het publiek, of ga ik zoeken naar hoe ik hen er actiever bij kan betrekken?

Vragen, vragen, vragen.
Ad wees me op het boekje The fear of insignificance van Carlo Strenger. In een interview zegt deze psycholoog:

“De angst voor onbeduidendheid bestaat al vanaf het moment dat mensen beseften uiteindelijk te zullen sterven. Daar hebben we echter nooit mee leren omgaan. We zoeken naar onsterfelijkheid, al is het maar symbolisch […] Die behoefte aan zingeving is gebleven, maar het is door de globalisering moeilijker geworden om je belangrijk te voelen. We gaan kopje onder in de massa.”

Herkenbaar, actueel en toepasselijk. Ik heb ’t boekje besteld.


in

, ,