De duivel anders
In mijn voorbereidingen voor het project ‘Zeven woorden’ las ik onderstaand verhaal. Mooi hoe het je aan het denken zet door de boel op z’n kop te zetten.
Een legende […]. Op mijn vraag hoe het nu precies zat met de duivel gaf mijn moeder mij op een middag ten antwoord, dat de duivel eigenlijk de beste en zuiverste, de slimste en machtigste engel van God was. ‘Maar waarom is hij dan zo slecht?’ vroeg ik. En zij antwoordde: ‘Misschien bedoelt de duivel het helemaal niet zo slecht, maar begrijpen de mensen hem alleen verkeerd.’ ‘Waarom dan wel?’ vroeg ik weer. Mijn moeder zei: ‘Het staat vast dat honderdduizenden jaren achtereen de engel Lucifer Gods trouwste dienaar was. Maar op een dag heeft God besloten de wereld te scheppen – en daar verzette hij zich tegen.’
‘Hoe dat zo?’
‘Wel, dat begrijp je niet,’ zei zij. ‘Dat komt omdat de engel Lucifer voorzag hoe oneindig veel leed Gods schepping teweeg zou brengen. Daarom verzette hij zich tegen Gods plannen. En hij besloot al het kwade in de wereld uit te roeien waar en wanneer hij het maar tegenkwam. En sedertdien richt hij zelf alleen maar onheil aan.’
(Uit: Eugen Drewermann, Op het raakvlak van hemel en aarde – De gelijkenissen van Jezus.)
[…] Foto’s ← De duivel anders […]
[…] In workshops stel ik vertellers wel eens vragen als: “Weet je hoe een tijger jaagt?” Of: “Heb je een idee hoe het in die tijd was om van Rotterdam naar Deventer te reizen?” Je hoeft het in je verhaal allemaal niet te vermelden, maar jij als verteller moet het wèl weten. Natuurlijk omdat het voorkomt dat je onzin staat te vertellen. Maar vooral omdat het bepaalt hoe je vertelt en omdat het je verhaal kleurt. [Show as slideshow] Voor het project de Zeven Woorden waar ik aan werk vind ik het dan ook zaak om een gedegen literatuurstudie te doen. Op dit moment ben ik bovenstaande boeken meer of minder volledig aan het doornemen. Doel is op dit moment om me een beeld te vormen van het lijdensverhaal van Jezus: de bijbelteksten, hun achtergronden, hun literaire en theologische duiding, en de betekenis die er in de loop der eeuwen aan is gegeven. Boeiend om dit alles te lezen en te merken dat er telkens weer nieuwe ideeën opkomen van boeken waar ik ook nog een blik in wil werpen. Elke keer als ik iets tegenkom dat me raakt noteer ik het. Zo ontstaat er al een rijtje met gegevens waar ik mogelijk iets mee wil in het verhaal dat ik ga maken. Zo zijn er personages die me aanspreken. Josef van Arimatea, bijvoorbeeld, zou zo maar eens terug kunnen komen. Ontdekkingen in de bijbelteksten, bijvoorbeeld dat in Marcus Jezus aan het kruis in eerste instantie de hem aangeboden wijn weigert. Okke Jager legt dit uit als: hij weigert bedwelmd te worden; wil tot het eind toe helder blijven. Maar hij is geen held in de heidense zin van het woord. Hij doet het niet om zijn lijden nog eens wat erger te maken. Hij blijft niet koste wat het kost weigeren om met dat afzien zijn heldenstatus nog meer uit te laten komen. Aan het eind drinkt hij wel degelijk het water met azijn dat hem wordt aangeboden. Ook geassocieerde verhalen die me aanspreken noteer ik, zoals die over Lucifer. […]
[…] In workshops stel ik vertellers wel eens vragen als: “Weet je hoe een tijger jaagt?” Of: “Heb je een idee hoe het in die tijd was om van Rotterdam naar Deventer te reizen?” Je hoeft het in je verhaal allemaal niet te vermelden, maar jij als verteller moet het wèl weten. Natuurlijk omdat het voorkomt dat je onzin staat te vertellen. Maar vooral omdat het bepaalt hoe je vertelt en omdat het je verhaal kleurt. [Show as slideshow] Voor het project de Zeven Woorden waar ik aan werk vind ik het dan ook zaak om een gedegen literatuurstudie te doen. Op dit moment ben ik bovenstaande boeken meer of minder volledig aan het doornemen. Doel is op dit moment om me een beeld te vormen van het lijdensverhaal van Jezus: de bijbelteksten, hun achtergronden, hun literaire en theologische duiding, en de betekenis die er in de loop der eeuwen aan is gegeven. Boeiend om dit alles te lezen en te merken dat er telkens weer nieuwe ideeën opkomen van boeken waar ik ook nog een blik in wil werpen. Elke keer als ik iets tegenkom dat me raakt noteer ik het. Zo ontstaat er al een rijtje met gegevens waar ik mogelijk iets mee wil in het verhaal dat ik ga maken. Zo zijn er personages die me aanspreken. Josef van Arimatea, bijvoorbeeld, zou zo maar eens terug kunnen komen. Ontdekkingen in de bijbelteksten, bijvoorbeeld dat in Marcus Jezus aan het kruis in eerste instantie de hem aangeboden wijn weigert. Okke Jager legt dit uit als: hij weigert bedwelmd te worden; wil tot het eind toe helder blijven. Maar hij is geen held in de heidense zin van het woord. Hij doet het niet om zijn lijden nog eens wat erger te maken. Hij blijft niet koste wat het kost weigeren om met dat afzien zijn heldenstatus nog meer uit te laten komen. Aan het eind drinkt hij wel degelijk het water met azijn dat hem wordt aangeboden. Ook geassocieerde verhalen die me aanspreken noteer ik, zoals die over Lucifer. […]
[…] ← De duivel anders (G)een verhaal in een jubileumboek (4) → […]