(Dit verhaal maakte ik voor en vertelde ik tijdens het openingsfeest van mijn bedrijf Altimos.)
Alle verhalen gaan over Odysseus. Terecht. Hij is de koning. Hij is de held. Hij is misschien niet de allersterkste, maar hij is zeker de slimste van allemaal. Dankzij hem is Troje verslagen. Dat paard: typisch Odysseus! Dus natuurlijk gaan alle verhalen over hem.
Zoveel verhalen over Odysseus verteld worden, zo weinig over Mentor. Niet dat hij daarmee zit. Hij hoeft niet in het zonnetje gezet. Dat was altijd al zo. Van jongsaf trokken ze samen op. Odysseus bedacht steeds weer nieuwe spelletjes, bouwde steeds nieuwe apparaten, deed steeds weer nieuwe uitvindingen. En als hij dan alweer met het volgende bezig was, pakte Mentor het vorige op, ging ermee verder en zorgde dat we er wat mee konden. De grote bogen van ons leger? Uitgevonden door Odysseus en door Mentor uitgelegd aan de soldaten. Onze ploegen, die zelfs in onze harde grond goed werken? Odysseus bedacht ze, Mentor bracht ze naar de boeren en leerde hen ermee werken.
Altijd deed Mentor zijn werk in de schaduw van Odysseus. Tot beider tevredenheid. Het zegt wel wat dat Odysseus, eenmaal koning en geroepen naar Troje, Mentor vroeg op zijn zijn zoon te passen, hem op te voeden, te onderwijzen. Een van de weinige verhalen waarin Mentor wel een rol heeft, gaat over een gesprek dat hij had met de jonge prins. Na dat gesprek gaat de prins zijn eigen heldendaden verrichten. Echt Mentor: anderen helpen te schitteren! Het mooiste is dat in de versie die nu verteld wordt, het de godin Athena is die met de jongen praat. In de gedaante van Mentor. Mentor zelf kan daar wel om lachen: “Dan doe je toch iets goed, als jouw werk als goddelijk wordt gezien.”
Nee, hij hoeft niet in het zonnetje te worden gezet. Het gaat niet om hem, het gaat om de held.
Toch wilde ik dit graag eens vertellen. Ik ben trots op Mentor, mijn zoon.
Ik ben Alkimos.