De translationes – de reizen ná hun dood

Foto: Kölner Dom
Driekoningenschrijn – Foto: Kölner Dom

Met translationes werden verplaatsingen aangeduid van relikwieën. In het geval van de drie koningen: hun complete stoffelijke overschotten. Ik las erover bij de voorbereiding van het verhaal dat ik over hen maak en dat ik 6 januari ga vertellen.
Volgens de legenden zijn de koningen na hun overlijden eerst bij elkaar begraven, in de kerk die zij, na hun bekering en bisschopwijding (zie het stukje van gisteren) hadden laten bouwen. Na enige tijd werden ze elk in hun eigen land herbegraven. Intussen waren ze heilig geworden – in die tijd hoefde je daar nog niet zo heel veel voor te doen – en was Helena fanatiek relikwieën aan het verzamelen. Zij, de moeder van Constantijn de Grote, wist de drie lichamen weer bij elkaar te brengen. Daarvoor moest ze er een ruilen voor de overblijfselen van de apostel Thomas, die ze blijkbaar ook bezat. Gedrieën werden ze in Constantinopel bewaard, totdat Helena hen aan een bisschop van Milaan schonk. In die stad bleven ze tot het midden van de twaalfde eeuw. Rond 1160 veroverde Barbarossa, keizer Frederik I, de stad en liet de drie koningen in 1164 naar Keulen vervoeren.
Toen de lichamen in Keulen aankwamen, waren de mensen verrukt toen ze zagen dat ze, nota bene dik 1000 jaar na hun overlijden, nog in perfecte staat verkeerden en dat uit de kist een heerlijke geur opsteeg. Oh wonder! Een tijdje werden de relikwieën in de kerk bewaard die er toen stond. Maar al snel werd een prachtige schrijn gemaakt: een van de topstukken van edelsmeedwerk uit de middeleeuwen. En vervolgens werd besloten dat er ook een mooie nieuwe kerk om hen heen moest komen. De bouw van de Dom van Keulen zou eeuwen in beslag nemen, maar is niet voor niks inmiddels Unesco-werelderfgoed.
Ontelbaar veel pelgrims hebben de drie koningen sinds de middeleeuwen bezocht en hun drie kronen sieren nog steeds het wapen van de stad.