Op 6 januari 2023 vertel ik een nieuw verhaal over de Drie Koningen. Dat doe ik tijdens de Nacht van de 3 Koningen. Ik ben er trots op dat mij is gevraagd dit verhaal voor deze avond te maken, ook al omdat dit een initiatief is van zo’n beetje alle erfgoed-partijen die we in Nijmegen hebben, zoals de Stevenskerk, de Bastei, het Valkhof, maar ook ‘mijn’ Gebroeders van Lymborch-huis.
Toen mij deze vraag gesteld werd, zei ik natuurlijk zonder aarzelen ‘ja’. Ik ging meteen op zoek naar informatie over de Drie Koningen. Ik wist dat zo’n beetje alles over hen aan fantasie ontsproten legendes waren. Per slot van rekening wordt in het bijbelverhaal niet eens gesproken over koningen, laat staan dat het er drie waren. Maar hoe mooi is het om die legenden nieuw leven in te blazen! Ik wist natuurlijk dat de drie het kindje Jezus in de stal in Bethlehem bezocht hadden. Maar hoe ze daar waren gekomen? Ik wist van de mirre, wierook en goud – natuurlijk. Maar waarom die gaven? En wat deden ze eigenlijk na hun bezoek aan de stal en hun omweg terug naar huis? Ik wist dat hun resten als relieken in een prachtige schrijn in de Dom in Keulen worden bewaard. Maar waarom in Keulen?
Al lezende, stuitte ik op het standaardwerk waarin alle legenden bijeen waren gebracht: het veertiende-eeuwse Historia Trium Regum, oftewel de Historie van die heilighe drie Coninghen van ene Johannes de Hildesheim. Dat boek kan ik niet lezen, noch in het oorspronkelijke Latijn, noch in een oud-Nederlandse vertaling. Maar ik vond wel een proefschrift van T.J.A. Scheepstra uit 1914, waarin hij de tekst, die in de middeleeuwen wijdverspreid was, analyseert. Geweldig om te lezen wat er allemaal om die drie koningen heen is bedacht.
Maar daarmee had ik nog geen verhaal. Dat had nog wel wat voeten in de aarde.
(Wordt vervolgd…)