Een paar jaar geleden maakte ik met veel plezier een horrorverhaal. De opdrachtgever was er blij mee:
Het was echt te gek! Het was echt tof, iedereen zat er helemaal in en sommige mensen waren ook echt een beetje bang…
De lol van het genre kreeg me te pakken. Tot nu toe bleef die lol steken in het lezen van boeken en bekijken van films. Maar nu ik met mijn nieuwe kwartaalverhaal bezig ben, kreeg ik gaandeweg zin om daar dit keer een fantasy-, misschien zelfs horrorverhaal van te maken. Om me een keer wat minder aan te trekken van een historische context die helemaal moet passen en kloppen en de duivel, prominent aanwezig bovenin de miniatuur, in het verhaal een stevige rol te laten spelen.
In mijn vorige stukje schreef ik al het een en ander over wat me in de miniatuur intrigeert. Inmiddels heb ik, zoals ik altijd doe bij het werken aan een nieuw kwartaalverhaal, de nodige literatuur tot me genomen rond het kasteel en zijn diverse eigenaren. Het blijkt dat Jeanne d’Arc, jawel, ook op dit kasteel gelogeerd heeft als gast van koning Karel VII. Zou ik haar meer dan een gastrol kunnen geven? Nou is het lastige dat er tussen de hertog van Berry en Jeanne best een lange tijd zit. Berry stierf in 1416, Karel VI (de vader van) stierf in 1422 en Jeanne kwam pas in 1429 in beeld. Ik vind dat deze jaartallen, of althans de periodes daartussen, wel moeten kloppen in het verhaal. Dat wordt nog een uitdaging.
Ik heb wat eerste ideeën en ben aan het schrijven geslagen. Dat is voor mij de manier is om erachter te komen waar het verhaal nou over gaat en hoe het allemaal bij elkaar gaat komen. Binnenkort stellen we de datum vast wanneer ik het verhaal ga vertellen. Dan wordt het spannend, krijg ik het verhaal op tijd af, maar meestal pakt zo’n deadline voor mij wel positief uit op de creativiteit.
Wordt vervolgd!