Het schrijven van historische verhalen

Mooi boek van Nico Dros: Willem die Madoc maakte. Voorop staan de sterren die NRC het gaf, vergezeld van het citaat: ‘De Nederlandse Umberto Eco.’ Wat mij betreft een heel adequate en terechte vergelijking en dito compliment. Niet alleen heb ik genoten van het verhaal dat de kern van het boek vormt, maar ook van de inbedding. Het verhaal gaat over het leven van de onbekende ‘Willem die Madoc maakte’ – de auteur van een 12e eeuws Nederlands handschrift met verhalen over de vos Reinaard. De inbedding gaat over een historisch letterkundige die dit verhaal schrijft. Die inbedding geeft een leuk inkijkje in die professie en ‘het wereldje’, maar vooral geeft het de gelegenheid aan Nico Dros om zijn ideeën te geven over het schrijven van historische romans.

Helemaal aan het eind vond ik onderstaand stukje waarin ik helemaal herkende wat ik zo leuk vind aan het maken van mijn kwartaalverhalen en aan hoe ik te werk ga. Ik lees erg veel literatuur rond het onderwerp waar ik me in verdiep. Daarbij komen er altijd wat zaken bovendrijven die ik ‘leuk’, ‘intrigerend’ of anderszins verhaalwaardig vind. Het verhaal dat ik vervolgens ga bedenken moet wel kloppen met de historische context. Op het moment dat mijn verhaal af is, weet ik ook behoorlijk wat van die context. Heel wat aantekeningen, tijdlijnen, verwijzingen naar de diverse boeken getuigen daar dan van. Maar als het verhaal af is, is het verhaal het enige dat nog voor mij telt. Aantekeningen bewaar ik wel – als het nodig is, kan ik voor geïnteresseerden bronnen noemen – maar ik onthoud alleen nog het verhaal.

Leuk om dit zo verwoord te zien door Dros.


in

,

Tags: