Wandelend langs de Moezel en de Saar heb ik deze vakantie mijn gedachten kunnen laten gaan over drie verhalen die ik ga maken voor verschillende gelegenheden eind september, begin oktober. Voor elk van de drie verhalen heb ik inmiddels aardig wat informatie verzameld – voor mij vaak de eerste stap als ik een nieuw verhaal ga maken. Over zowel de bergrede in de bijbel, als over de Trojaanse oorlog, als ook over Mariken van Nimwegen weet ik inmiddels een stuk meer dan drie weken geleden.
Het verhaal dat ik als eerste ga vertellen, vertel ik tijdens een kerkdienst waarbij het thema van de dienst de bergrede is. Dit is de toespraak die Jezus hield, waarin de zogenaamde zaligsprekingen voorkomen: “Zalig zijn de armen van geest, … Zalig zijn zij die treuren, … ” Er zijn twee versies van, een in Lukas en een in Mattheüs. In die van Lukas volgen dan ook nog wat wee-klachten: “Wee u, gij rijken, … Wee u, die nu overvloed hebben, …” Het is een troostvolle ethiek en veel minder een verhaal dan bijvoorbeeld Jezus’ gelijkenissen. Ik zoek nog naar een insteek om er een verhaal bij te maken…
De week erna vertel ik het verhaal van de landing van de Grieken op het strand van Troje aan het begin van de Trojaanse oorlog. Dit verhaal vertel ik tijdens de Mythische Marathon van 2023. Met zo’n 20 vertellers en verder geen publiek vertellen we elkaar elk een deel van het hele epos. Eerder deed ik mee toen de Arthur-verhalen op het programma stonden. Toen vertelde ik mijn verhaal van het Speurende Beest. Inmiddels weet ik ‘alles’ over de slimmigheden van Odysseus en de doden en gewonden die Achilles op zijn conto schreef zelfs nog voor de oorlog was begonnen. Of mijn verhaal een aanklacht tegen Odysseus wordt, een slapstick met Odysseus en Achilles in de hoofdrollen, of dat ik toch Protesilaos (of zijn vrouw) kies als hoofdpersoon… ik heb nog geen idee.
Tenslotte vertel ik nog weer een week later een verhaal in de Latijnse School in Nijmegen. Dit middeleeuwse gebouw staat in de schaduw van de Stevenskerk. Ernaast staat het beeldje van Moenen, de duivel in het verhaal van Mariken van Nimwegen. Dit verhaal/toneelstuk/wagenspel heb ik deze vakantie ook op me laten inwerken. Moenen is de duivel die Mariken verleidt door haar kennis aan te bieden. Laat dat nou precies zijn waarvoor die Latijnse school ook in het leven was geroepen. Wat nou als Moenen, duivel of niet, nou ook aan die school lesgaf? Ook hier: nog geen idee wat de plot gaat worden, maar het zou maar zo kunnen dat Moenen niet (alleen maar) de duivel zal zijn in mijn verhaal.
Drie verhalen waar ik de komende weken hard mee verder ga. Alle informatie die ik nu verzameld heb, is inmiddels aan het borrelen. In afwachting van de inspiratie schrijf ik elke dag stukken tekst die wel of niet in een van de verhalen terecht kan gaan komen. Regelmatig schrijven is voor mij ook belangrijk om voortgang te maken en om de inspiratie misschien niet af te dwingen, maar wel een zetje in de rug te geven. Leuk om zoveel, zulke leuke opdrachten in het verschiet te hebben!